Manifest Gemeenteraadsverkiezingen 2026 - Ieder(in)
In 2026 is het tien jaar geleden dat het VN-verdrag Handicap in Nederland van kracht werd. Dit VN-verdrag gaat over de meest basale mensenrechten voor mensen met een beperking. Toegang tot zorg, vervoer, gebouwen, onderwijs, arbeid, verkiezingen en informatie. Een toereikend inkomen. Een passende woning. Veel mensen met een beperking ervaren nog steeds niet dat zij op voet van gelijkheid kunnen meedoen. Mensen met een beperking staan op al deze terreinen nog steeds op achterstand.
De gemeenteraadsverkiezingen van 2026 zijn het moment voor verandering. Toegankelijkheid en inclusie beginnen lokaal. Maar de komende verkiezingen gaan ook over het terugwinnen van vertrouwen. Over een overheid die naast zijn inwoners staat. Een overheid die ervoor zorgt dat mensen de zorg en ondersteuning krijgen om mee te kunnen doen. De lokale politiek kan hierin het verschil maken. Bijvoorbeeld door een actuele en complete lokale inclusie agenda op te stellen en te implementeren, en daar inwoners met een beperking en hun vertegenwoordigende organisaties actief bij te betrekken. Niets over ons zonder ons.
Geef als gemeente bij de verkiezingen het goede voorbeeld: zorg voor toegankelijke stemlokalen en maak informatie over de verkiezingen voor iedereen bruikbaar, begrijpelijk en toegankelijk.
1. Maak de gemeente toegankelijk.
Toegankelijke scholen, sportverenigingen, stations en winkelcentra zijn onbruikbaar als de verbindingen ertussen niet toegankelijk zijn. Alleen als de openbare ruimte toegankelijk is, kan iedereen zich zelfstandig verplaatsen. Zorg ervoor dat Inclusief Ontwerpen wordt geborgd in het ontwerp, onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Maak met lokale ondernemers afspraken over een toegankelijk winkelgebied, toegankelijke winkels en horeca. En maak cultuur- en sportfaciliteiten bereikbaar en toegankelijk voor iedereen. Zorg ook dat informatie en communicatie voor alle inwoners van de gemeente begrijpelijk, vindbaar en toegankelijk is. Te beginnen bij de informatie over de verkiezingen.
2. Faciliteer een sterke lokale organisatie van mensen met een beperking of chronische ziekte.
Ontwikkel, monitor en voer (nieuw) beleid uit samen met mensen met een beperking of chronische ziekte en mantelzorgers. Benut hiervoor de kennis van een lokale organisatie van mensen met een beperking of chronische ziekte, bijvoorbeeld van een lokaal gehandicaptenplatform of een werkgroep toegankelijkheid met ervaringsdeskundigen. Faciliteer deze organisatie voldoende. Want om inwoners perspectief te bieden, moeten hun signalen serieus genomen worden en moeten ze zich uitgenodigd voelen om hun kennis te delen. Zo wordt beleid beter en krijgt het meer draagvlak.
3. Verhelp de woningnood onder mensen met een beperking.
Leg afspraken over toegankelijk bouwen vast in het volkshuisvestingsprogramma en in de prestatieafspraken. Betrek daarbij toepassing van de NEN 9120 Toegankelijkheid van gebouwen. En maak afspraken over het betrekken van ervaringsdeskundigen volgens de Leidraad Toegankelijk Bouwen. Regel in de woningbouwopgave voldoende betaalbare, toegankelijke woningen en beschermde woonvormen. Richt dat op alle leeftijdsgroepen en denk daarbij vooral ook aan jongeren met een beperking en gezinnen.
4. Zorg dat mobiliteitsvoorzieningen passend zijn voor iedereen en borg zelfstandigheid en vrijheid.
Persoonlijke mobiliteit is een randvoorwaarde om mee te kunnen doen met arbeid, onderwijs, zorg en recreatie. Mobiliteit geeft vrijheid en zelfstandigheid. Passende ondersteuning op dit gebied vanuit gemeenten is dan ook van vitaal belang. Zorg dat mensen kunnen beschikken over maatwerk wanneer dat nodig is. Zorg dat iedereen overal naartoe kan reizen. Of dat nou met OV of aanvullend OV is. Behoud de kwaliteit van je vervoersvoorzieningen, dat zorgt ook voor minder kosten en problemen op andere terreinen.
5. Zorg dat mensen met een beperking of chronische ziekte goed rond kunnen komen.
Houd bij het voeren van het keukentafelgesprek oog voor de financiële draagkracht van mensen. Voorkom een stapeling van kosten voor zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking of chronische aandoening en voorkom daarmee dat mensen zorg mijden. Verhoog de inkomensgrens voor minimabeleid, zoals de bijzondere bijstand, naar 130% van de bijstandsnorm. Betrek mensen met een beperking of chronische ziekte bij het vormgeven, uitvoeren en monitoren van gemeentelijk armoedebeleid.
6. Stimuleer alle kinderen en jongeren in het leren en ontwikkelen.
Zorg dat alle kinderen, ook als zij een beperking hebben, in de buurt naar school kunnen. Bespaar tijd, energie en geld door hen niet buiten de gemeente of het stadsdeel te laten reizen. Zorg dat studenten met een beperking op het mbo, hbo en wo studietoeslag krijgen, zodat zij gelijkwaardig mee kunnen doen aan hun opleiding en studentenleven.
7. Regel gelijke kansen op werk voor alle inwoners met een beperking.
Bied hiervoor ook ondersteuning aan mensen met een beperking die buiten het doelgroepregister vallen of niet-uitkeringsgerechtigd zijn. Realiseer het beoogde aantal beschut werkplekken en bied daarbij fatsoenlijke contracten waarmee mensen minimaal het wettelijk minimumloon per maand verdienen. Geef als gemeente in je eigen personeelsbeleid het goede voorbeeld.
8. Organiseer laagdrempelige toegang tot zorg en ondersteuning.
Passende zorg en ondersteuning zijn voor mensen met een beperking en/of chronische ziekte een voorwaarde om mee te kunnen doen. Toch zijn veel regelingen in het sociaal domein nog onvoldoende ingericht op mensen die levensbreed en levenslang ondersteuning nodig hebben. Een deel van hen – onder wie jongeren en kinderen – heeft op meerdere gebieden ondersteuning nodig. Voor deze groep (en hun naasten) is het regelen van de benodigde ondersteuning een baan op zich. Organiseer dus laagdrempelige toegang tot zorg en ondersteuning met voldoende expertise, verminder bureaucratie voor inwoners en werk vanuit vertrouwen. Zorg ook voor vindbare en beschikbare onafhankelijke cliëntondersteuning om mensen te helpen bij het vinden van passende ondersteuning. Bied laagdrempelige mediation. Beide dragen eraan bij juridische procedures te voorkomen.
9. Bied maatwerk bij ondersteuning.
Wie levensbreed en levenslang ondersteuning nodig heeft, is aangewezen op passende zorg om mee te kunnen doen. Het is de taak van de gemeente om ervoor te zorgen dat mensen op voet van gelijkheid en zelfstandig deel kunnen nemen. Zorg en ondersteuning moeten ingericht zijn op de mensen die dat het hardst nodig hebben. Zij werken, gaan naar school, sporten en recreëren en hebben daarbij soms zeer specifieke behoeften. Inwoners moeten met hun vragen dicht bij huis terecht kunnen, op een toegankelijke plek met vrijwilligers en professionals. Maatwerkvoorzieningen zijn voor hen onmisbaar. Basiszorg en algemene voorzieningen zijn voor hen geen goede vervanging. Bied zorg op maat en geef inwoners keuzevrijheid bij zorgaanbieders. Zorg dat het pgb een volwaardig alternatief is voor zorg in natura.
10. Versterk de positie van mantelzorgers.
Naasten en mantelzorgers zijn onmisbare schakels in het zorgsysteem. Door de vergrijzing zal het beroep op hen alleen maar toenemen: de maatschappij kan niet zonder hen. Veel mantelzorgers zijn overvraagd of dreigen dat te worden. Om op hen te kunnen blijven bouwen is er meer ondersteuning voor hen nodig. Geef mantelzorgers een stevige positie bij het vaststellen en vormgeven van ondersteuning. Wees coulant bij het toekennen van pgb’s aan mantelzorgers en naasten. Zorg voor voldoende respijtzorg. En compenseer mantelzorgers voor de financiële en maatschappelijke offers die ze brengen.